Soennietische tradities over Mahdi
Interpretatie van tradities over Mahdi

بسم الله الرَّحْمَنِ الرَّحِيمِ
In naam van den lankmoedigen en albarmhartigen God


وَعَدَ اللهُ الَّذينَ آمَنُوا مِنْكُمْ وَ عَمِلُوا الصّالحاتِ لَيَسْتَخْلِفَنَّهُمْ في الاَرْضِ كَما اسْتَخْلَفَ الَّذينَ مِنْ قَبْلِهِمْ وَ لَيُمَكِّنَنَّ لَهُمْ دينَهُمُ الِّذي ارْتَضي لَهُمْ وَ لَيُبَدِّلَنَّهُمْ مِنْ بَعْدِ خَوْفِهِمْ اَمْناً يَعْبُدُونَني لا يُشْرِكُونَ بي شَيْئاً وَ مَنْ كَفَرَ بَعْدَ ذلِكَ فَاٌولئِكَ هُمُ الْفاسِقُونَ (النور – 55)

God heeft beloofd dat degenen die gelovig zijn en goede daden doen, zullen zeker op de aarde beheersen, zoals degenen die voor hen leefden en de regering (op de aarde) kregen, en heeft de beste en geschikte religie voor hen opgericht, en zal hun angsten veranderen in vrede en veiligheid, zodat ze alleen mij (God) aanbidden, en zullen ze geen ander God aanbidden, en degenen die daarna nog steeds niet geloven, zijn zondaar.

In het vers 55 van soera an-Nur (24) heeft God duidelijk beloofd dat alleen de gelovigen zullen uiteindelijk de regering over de aarde overnemen, en Islam zal zich overal verspreiden, onveiligheid en angst worden veranderd naar vrede en veiligheid, polytheïsme zal worden verwijderd uit de hele wereld, en de dienaren van God kunnen met vrijheid de ene God aanbidden, de laatste waarschuwing wordt aan iedereen gegeven, zodat als iemand daarna het ongeloof wil volgen, zal schuldig zijn.

Ookal wordt opgemerkt in Koran:

وَ لَقَدْ كَتَبْنا فِي الزَّبُورِ مِنْ بَعْدِ الذِّكْرِ أَنّ الارْضَ يَرِثُها عِباديَ الصّالِحُونَ (الانبیاء – 105)

Na de vermelding, hebben we in het boek Zaboer geschreven dat alleen de vrome dienaren zouden de wereld bezitten.

Vers 105 van Soera al-Anbiya (21) vermeldt ook de belofte van God en de waarheid ervan, dat alleen de gelovigen en de goede mensen zouden de aarde bezitten. Dit vers, vertelt over een tijd waarin de aarde en het bestuur ervan; alle continenten, gebieden en mijnen alleen onder de heerschappij van God's rechtvaardige dienaren zou zijn, die belofte is in veel andere verzen vermeld.Zoals in vers 5 van Soera al-Qasas (28):

وَنُرِيدُ أَن نَّمُنَّ عَلَى الَّذِينَ اسْتُضْعِفُوا فِي الْأَرْضِ وَنَجْعَلَهُمْ أَئِمَّةً وَنَجْعَلَهُمُ الْوَارِثِينَ (القصص – 5)

En hebben we het mogelijk gemaakt om degenen die zwak waren in de aarde, tot de heerschappij van de aarde brengen en daarna kunnen ze de aarde erven.

Hoewel deze belangrijke zaken die door God werden beloofd, werden echter gebeurd in het tijdperk van profeet Mohammed (SA) en daarna grotendeels werd het gezien door de moslims op de aarde en Islam die op een tijd bedreigd werd door zijn vijanden, kon zelfs niet verschijnen en had niet de minste kans om naar voren te komen, en de moslims hadden altijd angst, uiteindelijk verspreidde de Islam zich niet alleen in het Arabische schiereiland, maar ook in een grote deel van aarde, en werden de vijanden verslagen in alle veldslagen;

maar toch, de wereldregering van Islam verspreidt zich over de hele wereld en afgoderij en polytheïsme wordt vernietigd, en veiligheid, vrede, vrijheid en monotheïsme verspreidt zich overal, maar het is nog niet realiseert. Dus moeten we wachten tot dat het gebeurt. Volgens de meeste tradities zal dit gebeuren in het tijdperk van Mahdi.

De tradities over Mahdi zijn geciteerd door de meeste metgezellen (Sahaba) van profeet Mohammed (SA). De geciteerde tradities die over de komst van Mahdi zijn verteld, ofwel van profeet Mohammed (SA) zelf of wat de metgezellen van de profeet Mohammed (SA) met vertrouwen hebben verteld aan de profeet (want hun getuige is gelijk aan hadith), zijn in vele beroemde Islamitische boeken en hoofdteksten van profetisch Hadith, vanuit de verschillende Islamitische stromingen, zowel bij de Soennieten als de Sjiieten, vermeld. Sommige Islamitische geleerden hebben speciale boeken over Mahdi geschreven. Ookal sommige eerdere en latere weteschappers en geleerden hebben in hun geschriften verklaard dat de tradities over Mahdi, opeenvolgend zijn en men kan ze helemaal niet ontkennen.

"De zes juiste boeken" zijn de meest authentieke Soennitische boeken van Hadith die na de heilige Koran, de belangrijkste religieuze bronnen zijn voor de Soennieten en die worden door de Soennitische geleerden gebruikt. Deze boeken zijn als volgt:

  • Sahih al-Bukhari
  • Sahih Muslim
  • Sunan Abu Dawood
  • Sunan Tirmidhi
  • Sunan an-Nasa'i
  • Sunan Ibn Mājah

In deze zes boeken hebben we twee soorten verhalen in verband met Mahdi: In relatie tot een aantal tradities wordt in het algemeen het onderwerp van Mahdi afgeleid, en de andere groep zijn alleen specifieke tradities die van toepassing zijn op het onderwerp van Mahdi. Bij deze interpretatie, beoordelen we eerst de tradities vanuit de boeken waarin in het algemeen naar Mahdi wordt verwezen, daarna zullen we op de specifieke tradities over Mahdi, verwijzen.

De algemene tradities over Mahdi in de zes boeken
Hadith al-Thaqalayn

Een van de tradities die onderschreven is volgens alle Islamitische stromingen, noemt "Hadith al-Thaqalayn". Deze traditie die vermeld werd in de meest authentieke boeken ivm Hadith, en is geciteerd door ongeveer 43 metgezellen van profeet Mohammed (SA), ookal in de loop van de tijd is in de meeste bronnen geciteerd. De thema van sommige verhalen heeft een klein verschil, maar het belangrijkste punt gaat over één zaak, en dat is over de opmerkingen en waarschuwingen van profeet Mohammed (SA) aan zijn volgelingen tot de dag des oordeels en vraagt hij de mensen om aandacht te besteden aan al-Thaqalayn en niet te worden misleid.

Tekst van traditie:

  • Moeslim al-Nishaburi citeert van Zaid bin Arqam in zijn boek :

    قَامَ رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ يَوْمًا فِينَا خَطِيبًا بِمَاءٍ يُدْعَى خُمًّا بَيْنَ مَكَّةَ وَالْمَدِينَةِ فَحَمِدَ اللَّهَ وَ أَثْنَى عَلَيْهِ و وَعَظَ و ذَكَّرَ ثُمَّ قَالَ أَمَّا بَعْدُ أَلَا أَيُّهَا النَّاسُ فَإِنَّمَا أَنَا بَشَرٌ يُوشِكُ أَنْ يَأْتِيَ رَسُولُ رَبِّي فَأُجِيبَ و أَنَا تَارِكٌ فِيكُمْ ثَقَلَيْنِ أَوَّلُهُمَا كِتَابُ اللَّهِ فِيهِ الْهُدَى و النُّورُ فَخُذُوا بِكِتَابِ اللَّهِ وَ اسْتَمْسِكُوا بِهِ فَحَثَّ عَلَى كِتَابِ اللَّهِ وَ رَغَّبَ فِيهِ ثُمَّ قَالَ و أَهْلُ بَيْتِي أُذَكِّرُكُمْ اللَّهَ فِي أَهْلِ بَيْتِي أُذَكِّرُكُمْ اللَّهَ فِي أَهْلِ بَيْتِي أُذَكِّرُكُمْ اللَّهَ فِي أَهْلِ بَيْتِي

    (صحيح مسلم الحديث رقم 2408)

    Op een dag stond de profeet (SA) bij een vijver genaamd "Khom" die gelegen is tussen Mekka en Medina en hield een preek voor de mensen. Na het prijzen van God en wenk geven aan de mensen, zei hij in die preek: “Oh mensen! Ik ben niet meer dan een mens en die dag is nabij dat de goddelijke engel (Azraël) komt om mijn leven te beëindigen en ik moet zijn uitnodiging aanvaarden. Ik laat hier twee waardevolle dingen voor jullie: Allereerst het boek van God! Dus grijp het en hou dat vast”. In verband met het boek van God, gaf profeet Mohammed (SA) de mensen een grote opdracht, en moedigde hij de mensen aan om het te volgen. Daarna zei hij: "En mijn familie (Ahl al-Bayt). Ik raad jullie aan om het recht van mijn familie te respecteren” en driemaal herhaalde hij deze zin.

  • Tirmidhi citeert op basis van zijn artikel dat profeet Mohammed (SA) zei:

    إِنِّي تَارِكٌ فِيكُمْ مَا إِنْ تَمَسَّكْتُمْ بِهِ لَنْ تَضِلُّوا بَعْدِي أَحَدُهُمَا أَعْظَمُ مِنْ الْآخَرِ كِتَابُ اللَّهِ حَبْلٌ مَمْدُودٌ مِنْ السَّمَاءِ إِلَى الْأَرْضِ وَعِتْرَتِي أَهْلُ بَيْتِي وَلَنْ يَتَفَرَّقَا حَتَّى يَرِدَا عَلَيَّ الْحَوْضَ فَانْظُرُوا كَيْفَ تَخْلُفُونِي فِيهِمَا

    (سنن الترمذي الحديث رقم 3788)

    “Ik laat twee dingen voor jullie, zodat je zich eraan houdt, zult nooit misleid worden. De ene is waardevoller dan de andere, het boek van God dat de aarde aan de hemel bindt, en mijn familie, deze twee zullen nooit uit elkaar gaan om uiteindelijk me in het paradijs te bezoeken. Kijk hoe je omgaat met hen”.

Belangrijke tips over de traditie van al- Thaqalayn:

  • Het boek van God en de familie van profeet, waren heel belangrijk voor profeet Mohammed. "al- Thaqalayn" in de Arabische taal betekent "zwaartekracht". "Al- Thaqal" betekent ook reserve voor onderweg, en alles wat waardevol is en bescherming nodig heeft. Men kan het boek van God en de famillie van profeet "al- Thaqalayn" noemen, om om hun waardigheid te vergroten.
  • De leiding en het geluk van de mensen kunnen alleen worden bereikt met behulp van het boek van God en de famillie van profeet Mohammed (SA). Volgens Tirmidhi, Profeet Mohammed (SA) zei: "Als je je aan deze twee kostbare dingens houdt, zul je nooit misleid worden."
  • Profeet (SA) zei: “Om uiteindelijk me in het paradijs te bezoeken” en “Kijk hoe je omgaat met hen”, Deze twee uitdrukkingen worden gebruikt om te bewijzen dat het begeleiden van mensen afhankelijk is van het volgen van beide, niet om alleen de Koran te volgen en zijn famillie verlaten.
  • In het boek "Sunan Tirmidhi" wordt vermeld dat de profeet (SA) zei: “Deze twee zullen nooit uit elkaar gaan om uiteindelijk me in het paradijs te bezoeken”, dat wil zeggen dat de Koran en de famillie van profeet (SA) tot de dag des oordeels bestaan en beschikbaar zijn en als we aannemen dat op een tijd, de koran beschikbaar zou zijn en de famillie van de profeet niet, dan hebben we op de een of andere manier, die twee van van elkaar gescheiden, dus, aangezien dat de heilige Koran tussen ons bestaat en blijft, moet ook de famillie van profeet (SA) altijd bestaan.
  • Kijk hoe je omgaat met deze twee opvolgers die ik tussen jullie zet? Het belangrijkste punt hierover is dat de profeet (SA), naast deze aanvraag, de Koran en zijn famillie (Ahl al-Bayt), "al- Thaqalayn" heeft genoemd en heeft ookal die twee als zijn opvolgers aan de mensen vermeld.
  • Het belangrijkste punt dat vanuit de traditie van al- Thaqalayn kan worden gebruikt is dat de familieleden van de profeet (SA), bewijs (Hujja) en onfeilbaar (Ismah) zijn. Het zetten van de famillie naast de Koran door de profeet, is zeer belangrijk om dit te bewijzen. Er is geen enkel twijfel, dat in de heilige Koran geen valsheid en geen fout bestaat, en dus is het niet toegestaan om ertegen te zijn. Het feit dat de profeet (SA) zijn familie naast de koran zette, en dat die twee elkaar tot de dag des oordeels niet scheiden, en de begeleiding van alle mensen door deze twee, en misleiding in het geval van niet-naleving, duiden allemaal de echte nabijheid van deze twee met elkaar en dus zonder "onfeilbaarheid" (Ismah) heeft het geen andere betekenis.
  • Met een beetje aandacht kunnen we vanuit de gezegden van profeet (SA) erachter komen dat de zin "deze twee zullen nooit uit elkaar gaan" betekent dat de famillie en Koran, zullen nooit elkaar tegenspreken, en wat de familie van profeet zegt, heeft de Koran ernaar verwezen. Betekent dit iets anders dan onfeilbaarheid?

De familieleden van profeet Mohammed (SA) in de traditie van al- Thaqalayn

Nu moeten we evalueren dat wie "Ahl al-Bayt" of de familieleden van profeet (SA) kan zijn? En waarom zijn ze volgens de Koran rechtvaardigheid?

Dezelfde vraag is gesteld bij de interpretatie van het vers al-Tathir (een deel van vers 33 van de Soera al-Ahzab) en dus welke mensen kunnen behoren tot Ahl al-Bayt (familieleden) van profeet Mohammed (SA)? Want ze hebben een speciale plaats bij God.

Welke mensen behoren tot Ahl al-Bayt (familieleden) van profeet (SA)?

De Soennieten hebben diverse meningen naar voren gebracht, waaronder deze drie bekend zijn:

  • Sommigen geloven dat alleen de vrouwen van profeet (SA) tot Ahl al-Bayt behoren.
  • Sommigen geloven dat de vrouwen van profeet (SA) en alle personen van Banu Hashim tot Ahl al-Bayt behoren en zij mogen geen sadaqah (aalmoes) geven. In dit geval zijn de kinderen van Ali, Aqil, Ja'far en Abbas van toepassing.
  • Maar de profeet zelf, Ali (bruidegom en neef van de profeet), Fatima (dochter van de profeet en vrouw van Ali) en Hassan en Hussein (twee zonen van Ali en Fatima en afstammelingen van de profeet) worden Ahl al-Bayt genoemd.

Maar omwille van rechtvaardiging en interpretatie is het noodzakelijk dat we op zoek gaan naar wat de profeet (SA) zei en kijken of de profeet zijn familie had voorgesteld en een voorbeeld ervan gegeven. Gelukkig zien we in vele tradities vanuit de boeken van Moeslim en Tirmidhi dat profeet Mohammad (SA), zowel in zijn woorden als in de praktijk, zijn familieleden heeft voorgesteld:

  • Moeslim heeft in zijn boek citeert van Aisha de vrouw van profeet (SA):

    خَرَجَ النَّبِيُّ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ غَدَاةً وَعَلَيْهِ مِرْطٌ مُرَحَّلٌ مِنْ شَعْرٍ أَسْوَدَ فَجَاءَ الْحَسَنُ بْنُ عَلِيٍّ فَأَدْخَلَهُ ثُمَّ جَاءَ الْحُسَيْنُ فَدَخَلَ مَعَهُ ثُمَّ جَاءَتْ فَاطِمَةُ فَأَدْخَلَهَا ثُمَّ جَاءَ عَلِيٌّ فَأَدْخَلَهُ ثُمَّ قَالَ إِنَّمَا يُرِيدُ اللَّهُ لِيُذْهِبَ عَنْكُمْ الرِّجْسَ أَهْلَ الْبَيْتِ وَيُطَهِّرَكُمْ تَطْهِيرًا

    (صحيح مسلم الحديث رقم 2424)

    De profeet (SA) ging 's morgens naar buiten en op die dag had hij een zwartgekleurde mantel aan. Daarna kwam Hassan ibn Ali binnen en de profeet nam hem binnen zijn mantel, en respectievelijk kwamen Hussein, zijn moeder Fatima en zijn vader Ali aan, dan nam de profeet hen ook onder zijn mantel. Dan zei hij (dit vers): “God wil jullie beschermen tegen satan met vroomheid.”

  • In het boek van Moeslim en in de afdeling over de metgezellen met betrekking tot het vers "Mubahala" (Soera Al-Imran 61) citeert hij een verhaal van Saad ibn Abi Vaqqas:

    لَمَّا نَزَلَتْ هَذِهِ الْآيَةُ فَقُلْ تَعَالَوْا نَدْعُ أَبْنَاءَنَا و َأَبْنَاءَكُمْ دَعَا رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَ سَلَّمَ عَلِيًّا وَ فَاطِمَةَ وَ حَسَنًا وَ حُسَيْنًا فَقَالَ اللَّهُمَّ هَؤُلَاءِ أَهْلِي

    (صحيح مسلم الحديث رقم 2404)

    "We nodigen onze kinderen uit en jullie nodigen uw kinderen uit..." Toen voorstaande vers van Koran werd geopenbaard, vroeg de profeet (SA) Ali, Fatima, Hassan en Hussein en zei hij: Oh God! Ze zijn mijn familie.

  • In combinatie met het vers al-Tathir (vers 33 van Soera al-Ahzab) heeft Tirmidhi op basis van zijn bronnen, geciteerd:

    مَّا نَزَلَتْ هَذِهِ الْآيَةُ عَلَى النَّبِيِّ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَ سَلَّمَ إِنَّمَا يُرِيدُ اللَّهُ لِيُذْهِبَ عَنْكُمْ الرِّجْسَ أَهْلَ الْبَيْتِ وَ يُطَهِّرَكُمْ تَطْهِيرًا فِي بَيْتِ أُمِّ سَلَمَةَ فَدَعَا فَاطِمَةَ وَ حَسَنًا وَ حُسَيْنًا فَجَلَّلَهُمْ بِكِسَاءٍ وَ عَلِيٌّ خَلْفَ ظَهْرِهِ فَجَلَّلَهُ بِكِسَاءٍ ثُمَّ قَالَ اللَّهُمَّ هَؤُلَاءِ أَهْلُ بَيْتِي فَأَذْهِبْ عَنْهُمْ الرِّجْسَ وَ طَهِّرْهُمْ تَطْهِيرًا قَالَتْ أُمُّ سَلَمَةَ وَ أَنَا مَعَهُمْ يَا نَبِيَّ اللَّهِ قَالَ أَنْتِ عَلَى مَكَانِكِ وَ أَنْتِ عَلَى خَيْرٍ

    (سنن الترمذي الحديث رقم 3205)

    “God wil alleen de zonde wegnemen van jullie (Ahl al-Bayt) en wil jullie volledig reinigen”, toen voorstaande vers werd geopenbaard, was hij in het huis van Oemm Salama (zijn vrouw), daarna riep hij Fatima, Hassan en Hussein op en verzamelde ze onder een laken (al-Kisa), en dan Ali die achter hem was, ging ook het laken binnen. Dan zei hij: Oh God! Dit zijn mijn familieleden, bescherm ze dus tegen Satan en reinig ze altijd. Op dit moment, zei Oemm Salama: Oh profeet van God! Ben ik ook in hun groep? De profeet zei: Je bent in je eigen plaats en wordt je beoordeeld op basis van goedheid en weldaad (maar je bent niet binnen deze groep).

  • Tirmidhi citeert in zijn boek van Anas bin Malik:

    أَنَّ رَسُولَ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَ سَلَّمَ كَانَ يَمُرُّ بِبَابِ فَاطِمَةَ سِتَّةَ أَشْهُرٍ إِذَا خَرَجَ إِلَى صَلَاةِ الْفَجْرِ يَقُولُ الصَّلَاةَ يَا أَهْلَ الْبَيْتِ إِنَّمَا يُرِيدُ اللَّهُ لِيُذْهِبَ عَنْكُمْ الرِّجْسَ أَهْلَ الْبَيْتِ وَ يُطَهِّرَكُمْ تَطْهِيرًا

    (سنن الترمذي الحديث رقم 3206)

    Voor een termijn van zes maanden wanneer profeet (SA) s'morgens naar moskee ging voor gebed, ging hij via de voordeur van Fatima's huis door en zei: Oh mijn familie, kom voor gebed! God wil alleen de zonde van jullie wegnemen en jullie volledig reinigen.

Dus zeker omvat de familieleden van profeet Mohammed (SA) al bepaalde personen en is helemaal beperkt. Op basis van de bovengenoemde tradities, zijn de familieleden (Ahl al-Bayt) van profeet (SA) alleen degenen die opgenomen waren onder het laken (al-Kisa) van profeet (SA) of aanwezig waren bij de evenement van Mubahala (vers 61 van Soera al-Imran). Ze zijn Ali, Fatimah, Hassan en Hussein.

Welke mensen zijn de afstammelingen van profeet (SA)?

Hier wordt de afstammelingen en de geliefden van een persoon bedoeld, en dus wordt er niet verwijst naar alle familieleden. Het feit dat de profeet (SA) meerdere keren naar "al-Thaqalayn" heeft verwezen, en in de waardevolle traditie van al-Thaqalayn maakte hij zijn familie afhankelijk van Koran en de gerechtigheid ervan, en volgens hij, zijn ze beide onafscheidelijk van elkaar en stevig tot de dag des oordeels. Het wordt verwezen naar belangrijke en beslissende punten die zorgvuldig moeten worden begrepen.

Een van de belangrijke punten is: Omdat de koran tot het einde van de wereld blijft, moet zeker een persoon vanuit de familie van de profeet naast de koran aanwezig zijn en de afwezigheid van één van deze twee, maakt de gezegden van de profeet, ongeldig. Ookal gebrek aan het volgen van een van deze twee, leidt tot afdwaling.

De meeste Soennietische geleerden en wetenschappers hebben de familieleden van profeet (SA) beschouwd als Ali en Fatimah en de kinderen van Fatimah. Ibn Hajar, een van de grootste geleerden in verband met Hadith en Fikh (plichtenleer), heeft in zijn boek citeert van Abu Bakr dat Ali het belangrijkste voorbeeld is van een geliefde voor de profeet (SA). Ibn Hajar schrijft dan vervolgens: De geliefden van de profeet moeten degenen zijn die het volgen van hen tot de dag des oordeels, goede daad is en dat ze voor de overleving en veiligheid van de mensen ter wereld zullen zorgen, zoals de heilige Koran, om deze reden, heeft de profeet (SA) alle moslims bevolen om zijn familie te volgen.

Nu moeten we zien, welke persoon op dit moment, zal een familielid en geliefde van profeet Mohammed (SA) zijn. De gezegden van de Profeet (SA) is zo serieus en nauwkeurig dat elke moslim moet de familieleden van de profeet (SA) tot het einde van tijd, erkennen, om het voorbeeld "deze twee zullen nooit gescheiden worden uit elkaar" manifesteert wordt tussen de Koran en de familieleden van profeet. Nu moeten we proberen het voorbeeld van een familielid van de profeet (SA) zoeken op dit moment. Een eerlijke mens kan volgens de tradities van profeet (SA) ook in de zes boeken, ontdekken dat de profeet zelf, voorbeelden had gegeven van zijn familieleden, en sommige Soennitische geleerden hebben opgemerkt dat volgens de traditie van al-Thaqalayn, de familieleden van profeet (SA), de twaalf imams zijn en worden ze afgetamd van de Islamitische profeet en ze zijn ook de twaalf kaliefen (opvolgers) genoemd, die verwezen zal worden in de volgende tradities.

De profeet (SA) heeft in vele tradities naar Mahdi verwezen als een persoon van zijn familie die volgens de Koran gerechtvaardigd en onfeilbaar is, dat wil zeggen, dat de profeet van Islam, iedereen heeft laten weten dat er geen tijd is waarop de familie van de profeet afwezig zouden zijn op de aarde, zoals de Koran die altijd beschikbaar is.

Tirmidhi heeft in zijn boek citeert van de profeet (SA), die zei:

لَا تَذْهَبُ الدُّنْيَا حَتَّى يَمْلِكَ الْعَرَبَ رَجُلٌ مِنْ أَهْلِ بَيْتِي يُوَاطِئُ اسْمُهُ اسْمِي

(سنن الترمذي الحديث رقم 2230)

De wereld zal niet worden vernietigd totdat een man uit mijn afstammeling dat zijn naam hetzelfde is als mijn naam, over de Arabieren heerst.

In het boek van Abu Dawood, citeert Abu Sa‘id al-Khudri van de profeet (SA) dat hij zei:

الْمَهْدِيُّ مِنِّي

(سنن أبي داود الحديث رقم 4285)

Mahdi is van mij.

In het boek van Abu Dawood, citeert Oemm Salama van de profeet (SA) dat hij zei:

الْمَهْدِيُّ مِنْ عِتْرَتِي مِن ْوَلَدِ فَاطِمَةَ

(سنن أبي داود الحديث رقم 4284)

Mahdi is mijn familielid en een afstammeling van Fatimah.

In het boek van Ibn Majah is vermeld:

الْمَهْدِيُّ مِن ْوَلَدِ فَاطِمَةَ

(سنن ابن ماجه الحديث رقم 4086)

Mahdi is een afstammeling van Fatimah.

Volgens de voornoemde tradities vinden we dat de Koran en de familieleden van profeet (SA) op geen enkel moment van elkaar zullen scheiden, en het bestaan van de ene zonder de andere is zeker niet mogelijk, en we kwamen tot de conclusie dat Mahdi een van de afstammelingen van Fatimah en een familielid profeet Mohammed (SA) is, en hij is een lid van al-Thaqalayn en is dus in overeenstemming met de heilige Koran, en het volgen van hem samen met de Koran zal leiden tot geluk.

Traditie van twaalf kaliefen

Een van de juiste tradities vanuit de zes boeken die in andere authentieke Soennietische bronnen genoemd werd, is de traditie van de twaalf kaliefen. Deze traditie is op verschillende manieren geciteerd van profeet (SA), en ongetwijfeld heeft profeet Mohammed (SA) dat zelf gezegd.

De tekst van traditie in de boeken

Bukhari citeerde van Jabir bin Samara in zijn boek dat de profeet (SA) zei:

سَمِعْتُ جَابِرَ بْنَ سَمُرَةَ قَالَ سَمِعْتُ النَّبِىَّ صلى الله عليه وسلم يَقُولُ يَكُونُ اثْنَا عَشَرَ أَمِيرًا فَقَالَ كَلِمَةً لَمْ أَسْمَعْهَا فَقَالَ أَبِى إِنَّهُ قَالَ كُلُّهُمْ مِنْ قُرَيْشٍ

(صحيح البخاري الحديث رقم 6796)

De twaalf emirs zullen zeker komen. Toen zei hij iets dat ik het niet hoorde. Mijn vader zei: De profeet had gezegd: Ze zijn allemaal van Quraysh.

Ookal is in het boek van Moeslim vermeld:

عن جَابِرِ بن سَمُرَةَ قال: دَخَلْتُ مع أبي على النبي صلى الله عليه وسلم فَسَمِعْتُهُ يقول: إِنَّ هذا الْأَمْرَ لَا يَنْقَضِي حتى يَمْضِيَ فِيهِمْ اثْنَا عَشَرَ خَلِيفَةً. قال: ثُمَّ تَكَلَّمَ بِكَلَامٍ خَفِيَ عَلَيَّ قال: فقلت لِأَبِي: ما قال؟ قال: كلهم من قُرَيْشٍ

(صحيح مسلم الحديث رقم 1821)

Jabir ibn Samura zegt: Met mijn vader ging ik naar de profeet (SA), en we hoorden de profeet zeggen: Islamitische kalifaat zal niet eindigen tenzij er twaalf opvolgers komen om op mensen te regeren. Toen zei profeet een woord dat ik het niet goed hoorde, ik zei tegen mijn vader: Wat zei de profeet? Mijn vader zei: Profeet zei: Alle twaalf kaliefen zijn van Quraysh.

Of deze traditie:

عن عَامِرِ بن سَعْدِ بن أبي وَقَّاصٍ قال كَتَبْتُ إلى جَابِرِ بن سَمُرَةَ مع غُلَامِي نَافِعٍ أَنْ أَخْبِرْنِي بِشَيْءٍ سَمِعْتَهُ من رسول اللَّهِ صلي الله عليه وآله قال فَكَتَبَ إلي سمعت رَسُولَ اللَّهِ صلي الله عليه وآله يوم جُمُعَةٍ عَشِيَّةَ رُجِمَ الْأَسْلَمِيُّ يقول: لَا يَزَالُ الدِّينُ قَائِمًا حتى تَقُومَ السَّاعَةُ أو يَكُونَ عَلَيْكُمْ اثْنَا عَشَرَ خَلِيفَةً كلهم من قُرَيْشٍ

(صحيح مسلم الحديث رقم 1822)

Amer bin Sa'ad bin Abi Waqas zegt: Ik schreef samen met mijn slaaf aan Jabir ibn Samura om wat hij van de profeet had gehoord aan ons te schrijven en Jabir schreef voor mij: op vrijdag avond toen Aslami gestenigd werd, hoorde ik dat de profeet zei: Islam blijft voor altijd en eindigd op de dag des oordeels en na de komst van de twaalf kaliefen, en ze behoren allemaal tot Quraysh.

Er zijn een paar belangrijke punten te trekken over de twaalf kaliefen uit deze tradities :

  • Na de profeet (SA), is het kalifaat alleen voor twaalf personen.
  • Ze stammen allemaal af van profeet Mohammed (SA) en komen allemaal uit Quraysh.
  • De waardigheid en de welvaart van Islam is afhankelijk van het bestaan van deze kaliefen, dat wil zeggen dat als een van deze kaliefen op een tijdperk leeft, zal Islam sterk en stevig zijn.
  • Islam zal niet eindigen, voordat de twaalf kaliefen aan de macht komen.
  • Een belangrijk punt dat uit dit verhaal naar voren komt, is dat het kalifaat opeenvolgend en zonder onderbreking is en daarom wordt het woord "kalief" (opvolger) gebruikt. De betekenis van de kalief uit het woordenboek: Een persoon die zijn taken uitvoert, wordt een kalief voor de mensen. Vanwege de afwezigheid of dood van de vorige kalief, volgt de nieuwe kalief de persoon vóór hem op.

Voorbeeld van de twaalf kaliefen

Ongetwijfeld verwijst de titel "kalief" (opvolger van profeet) alleen naar iemand die van binnen vroomheid heeft, en van buiten de uitvoerder is van rechtvaardigheid, en dus bevordert de goede daad en voorkomt het onheil. Als iemand zichzelf een kalief van de profeet (SA) beschouwt, maar alleen onjuiste daden doet, is hij zeker niet de opvolger van de profeet, maar wel de kalief (opvolger) van Satan, omdat de kalief moet achtereenvolgens van iemand zijn.

Ongetwijfeld verwijst de titel "kalief" (opvolger van profeet) alleen naar iemand die van binnen vroomheid heeft, en van buiten de uitvoerder is van rechtvaardigheid, en dus bevordert de goede daad en voorkomt het onheil. Als iemand zichzelf een kalief van de profeet (SA) beschouwt, maar alleen onjuiste daden doet, is hij zeker niet de opvolger van de profeet, maar wel de kalief (opvolger) van Satan, omdat de kalief moet achtereenvolgens van iemand zijn. \n We verwijzen naar twee van die interpretaties:

a) Volgens een interpretatie, zijn deze twaalf kaliefen als volgt: Abu Bakr, Umar, Uthman, Ali, Mu'awiyah, Yazid bin Mu'awiyah, Mu'awiyah bin Yazid, Marwan bin Hakam, Abdul Malik bin Marwan, Walid bin Abdul Malik, Suleiman bin Abdul Malik en Umar bin Abdul Aziz .

Zoals eerder is gezegd, in deze tradities verwijst de titel "kalief" alleen naar de opvolger van de profeet (SA). Is het juist dat een paar mensen beschouwd worden als de opvolgers van profeet (SA)? Terwijl ze in tegenstelling zijn tot het boek van God en de tradities van de profeet (SA)? Bovendien zijn deze twaalf opvolgers volgens de profeet (SA), verantwoordelijk voor de waardigheid van Islam en de macht van moslims. Was het in de tijdperk van de voornoemde personen zo? Is deze traditie van toepassing op Yazid ibn Mu'awiyah en de andere personen zoals hij? Er is citeert dat in de tijd van Umar bin Abdulaziz, een persoon had Yazid ibn Mu'awiyah geprijsd. Umar ibn Abdul Aziz werd erg kwaad en hij beval dat onmiddellijk twintig zweepslagen op die persoon moesten worden geslagen. Hussein ibn Ali was de kleinzoon van profeet (SA) en werd hij op bevel van Yazid vermoord. Hij was een ontrouwe en dronken man. Is het eerlijk dat we Yazid ibn Mu'awiyah beschouwen als een van de twaalf opvolgers van de profeet (SA), ondanks de misdaden die deed tijdens vier jaar van zijn regering? Al-Suyuti heeft in het boek "Geschiedenis van de kaliefen" de misdaden en wreedheden van hen vermeld, die elke moslim schaamt om hen de kalief van moslims te noemen. Dus het probleem van deze interpretatie is duidelijk.

b) Een andere interpretatie van de tradities over de twaalf kaliefen, is dat ze niet hoeven om opeenvolgend te zijn, maar de sommigen van hen waren de vier kaliefen, en ze kwamen eerst. Hassan ibn Ali (kleinzoon van de profeet), Mu'awiyah, Ibn Zubair en Umar ibn Abd al-Aziz zijn ook de volgende vier kaliefen, en de andere vier personen zullen vóór dag des oordeels komen en heersen. Maar deze interpretatie is ook onjuist, omdat de tradities van profeet (SA) geven aan dat deze twaalf kaliefen opeenvolgend moeten zijn. Ongetwijfeld leidt zone interpretatie tot naïviteit en zal ook ertoe leiden dat het verhaal ongeldig wordt.

Ibn Kathir, een van de beroemdste geleerden, verklaart in zijn boek: De bedoeling van de traditie ivm twaalf kaliefen gaat over de rechtvaardige kaliefen die het recht zullen uitoefenen... Een van deze twaalf kaliefen is 'Mahdi' en het bestaan van hem is in de verschillende tradities beloofd.

In het boek "Badl al-Majhud" dat het boek van Abu Dawood beschrijft, na verschillende citaten over de twaalf kaliefen, wordt geschreven: "De laatste persoon van twaalf kaliefen is zeker Imam Mahdi, en ik beschouw dit juist.”

Er wordt zelfs in het boek van Moeslim geciteerd dat de profeet (SA) zei:

يَكُونُ فِي آخِرِ أُمَّتِي خَلِيفَةٌ يَحْثِي الْمَالَ حَثْيًا لَا يَعُدُّهُ عَدَدًا

(صحيح مسلم الحديث رقم 2913)

Bij het einde der tijden, is er voor mijn volgelingen een kalief die veel geld aan de mensen geeft en telt het niet mee.

Er moet opgemerkt worden dat het woord "Kalief" ook in deze traditie wordt gebruikt.

Anderzijds wordt in de Sjiitische tradities naar deze twaalf kaliefen verwezen en zijn vergeleken met de twaalf Sjiitische imams, de eerste is Ali ibn Abi Talib, vervolgens Hassan en daarna Hussein, en ook de volgende negen imams die de afstammeligen zijn van Hussein, de laatste is Mahdi, en ze zijn allemaal opeenvolgend geweest. Het vergelijken van de genoemde tradities met deze twaalf imams leidt tot de geldigheid van vertelling en de geldigheid van aantal personen, dat betekent dat de kaliefen alleen twaalf personen zijn. Het is noodzakelijk om aandacht te besteden aan de verklaringen van sommige Soennitische geleerden, die hebben gezegd: De twaalf kaliefen zijn de twaalf imams van Sjiisme en de familieleden van profeet Mohammed (SA) en kunnen niet worden beschouwd als de heersers van de Omajjaden dynastie omdat ze meer dan twaalf personen waren en velen van hen hebben vreselijke misdaden begaan. Ookal kunnen deze twaalf personen niet worden beschouwd als de Abbasidische heersers, omdat hier vindt dezelfde situatie plaats. Dus deze twaalf kaliefen zijn de twaalf imams vanuit de familie van profeet (SA) die met Ali was begonnen en met Mahdi zal eindigen en ze waren allemaal rechtvaardig en vroom.

Specifieke tradities over Mahdi in de zes boeken
Tradities over de afkomst en stamboom van Mahdi

Het weten van iets hangt af van de oorsprong ervan. Dus, is het erkennen van een belangrijk onderwerp zoals "Mahdi", die de laatste kalief is van de twaalf rechtgeleide kaliefen, en door de profeet (SA) is gemeld, afhankelijk om de afkomst ervan te bepalen.

  • Mahdi, een van de zonen van Abd al-Muttalib
    In het boek van Ibn Majah, citeert Anas ibn Malik van de profeet (SA) dat hij zei:

    نَحْنُ وَلَدَ عَبْدِ الْمُطَّلِبِ سَادَةُ أَهْلِ الْجَنَّةِ أَنَا و َحَمْزَةُ وَ عَلِيٌّ وَ جَعْفَرٌ و َالْحَسَنُ وَ الْحُسَيْنُ وَ الْمَهْدِيُّ

    (سنن ابن ماجه الحديث رقم 4087)

    Wij, de afstammelingen van Abd al-Muttalib, zijn de heersers van de gelovigen in het paradijs, ikzelf, Hamza, Ali, Ja'far, Hassan, Hussein en Mahdi.

    Volgens deze traditie is duidelijk dat Mahdi een afstammeling is van Abd al-Muttalib (grootvader van profeet Mohammed).

  • Mahdi, een afstammeling van de profeet
    Van Abu Sa‘id al-Khudri is overgeleverd dat de Profeet (SA) zei:

    الْمَهْدِيُّ مِنِّي أَجْلَى الْجَبْهَةِ أَقْنَى الْأَنْفِ يَمْلَأُ الْأَرْضَ قِسْطًا وَ عَدْلًا كَمَا مُلِئَتْ جَوْرًا وَ ظُلْمًا يَمْلِكُ سَبْعَ سِنِينَ

    (سنن أبي داود الحديث رقم 4285)

    Mahdi is van mij, en hij heeft een breed en helder voorhoofd en een gestrekte neus, hij oefent het recht op de aarde, net zoals voorheen dat er vol wreedheid was (op aarde).

  • Mahdi, vanuit de familieleden van profeet (SA)
    Er zijn vele tradities in de zes boeken, zoals de boeken van Abu Dawood, Tirmidhi en Ibn Majah, waarin de profeet expliciet de verwantschap van Mahdi met de zijn familieleden verklaarde, waarvan sommige zeek authentiek en vertrouwbaar zijn.
    • a) Abu Dawood citeert in zijn tradities van Abu al-Tafil en hij citeerde van Ali dat de profeet (SA) zei:

      لَوْ لَمْ يَبْقَ مِنْ الدَّهْرِ إِلَّا يَوْمٌ لَبَعَثَ اللَّهُ رَجُلًا مِنْ أَهْلِ بَيْتِي يَمْلَؤُهَا عَدْلًا كَمَا مُلِئَتْ جَوْرًا

      (سنن أبي داود الحديث رقم 4283)

      Als er nog maar één dag over is van de wereld en de wereld vol wreedheid is geworden, dan zal God een man uit mijn familie sturen om het recht op de aarde uitoefenen.

    • b) Tirmidhi heeft in zijn boek van Assim, Zar en Abdullah bin Mas'ud geciteerd dat de profeet (SA) zei:

      لَا تَذْهَبُ الدُّنْيَا حَتَّى يَمْلِكَ الْعَرَبَ رَجُلٌ مِنْ أَهْلِ بَيْتِي يُوَاطِئُ اسْمُهُ اسْمِي

      (سنن الترمذي الحديث رقم 2230)

      Voordat de wereld wordt vernietigd, regeert een man uit mijn familie over de Arabieren, zijn naam is hetzelfde als mijn naam.

    • c) Nog een traditie van Tirmidhi; hij heeft in zijn boek van Assim, Zar en Abdullah bin Mas'ud geciteerd dat de profeet (SA) zei:

      يَلِي رَجُلٌ مِنْ أَهْلِ بَيْتِي يُوَاطِئُ اسْمُهُ اسْمِي

      (سنن الترمذي الحديث رقم 2231)

      Er zal een man vanuit mijn familie komen, en zijn naam is gelijk aan mijn naam.

    • d) Ibn Majah citeert in zijn tradities van Muhammad ibn al-Hanfiyyah en hij citeerde van Ali (zijn vader) dat de profeet (SA) zei:

      الْمَهْدِيُّ مِنَّا أَهْلَ الْبَيْتِ يُصْلِحُهُ اللَّهُ فِي لَيْلَةٍ

      (سنن ابن ماجه الحديث رقم 4085)

      Mahdi behoort tot ons (Ahl al-Bayt). God zal zijn bevel in één nacht veranderen.

    • e) In het boek van Ibn Majah staat ook:

      عَنْ عَبْدِ اللَّهِ قَالَ بَيْنَمَا نَحْنُ عِنْدَ رَسُولِ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ و َسَلَّمَ إِذْ أَقْبَلَ فِتْيَةٌ مِنْ بَنِي هَاشِمٍ فَلَمَّا رَآهُمْ النَّبِيُّ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَ سَلَّمَ اغْرَوْرَقَتْ عَيْنَاهُ وَ تَغَيَّرَ لَوْنُهُ قَالَ فَقُلْتُ مَا نَزَالُ نَرَى فِي وَجْهِكَ شَيْئًا نَكْرَهُهُ فَقَالَ إِنَّا أَهْلُ بَيْتٍ اخْتَارَ اللَّهُ لَنَا الْآخِرَةَ عَلَى الدُّنْيَا و َإِنَّ أَهْلَ بَيْتِي سَيَلْقَوْنَ بَعْدِي بَلَاءً وَ تَشْرِيدًا وَ تَطْرِيدًا حَتَّى يَأْتِيَ قَوْمٌ مِنْ قِبَلِ الْمَشْرِقِ مَعَهُمْ رَايَاتٌ سُودٌ فَيَسْأَلُونَ الْخَيْرَ فَلَا يُعْطَوْنَهُ فَيُقَاتِلُونَ فَيُنْصَرُونَ فَيُعْطَوْنَ مَا سَأَلُوا فَلَا يَقْبَلُونَهُ حَتَّى يَدْفَعُوهَا إِلَى رَجُلٍ مِنْ أَهْلِ بَيْتِي فَيَمْلَؤُهَا قِسْطًا كَمَا مَلَئُوهَا جَوْرًا فَمَنْ أَدْرَكَ ذَلِكَ مِنْكُمْ فَلْيَأْتِهِمْ وَلَوْ حَبْوًا عَلَى الثَّلْجِ

      (سنن ابن ماجه الحديث رقم 4082)

      Abdullah zegt: Toen we bij de profeet waren, kwamen een groep jongeren van Banu Hashim (Hasjemieten) langs, zodra de profeet hen zag, vloeiden de tranen uit zijn ogen en ineens veranderde zijn gezicht. We zeiden: Oh de profeet van God! We willen graag je gezicht nooit verdrietig zien! Hij zei: Wij zijn een gezin dat God in de plaats van de aarde, het hiernamaals voor ons heeft gekozen, en direct na mijn dood, zal mijn familileden problemen raken en worden verdreven, totdat een volk uit het oosten met zwarte vlaggen komen, ze vragen het goede aan, het wordt niet gegeven aan hen, dus vechten ze ervoor, en worden ze geholpen en winnen ze uiteindelijk, en vervolgens krijgen ze wat ze wilden, maar ze weigeren het, totdat ze het aan een man uit mijn familie geven, hij zal het recht uitoefenen op de aarde, omdat anderen de wereld hebben onrechtvaardigd, dus als je op dat moment nog leefde, ga dan naar ze, zelfs als je op de sneeuw moest kruipen.

  • Mahdi, een afstammeling van Fatimah

    Tradities in de zes boeken die aangeven dat Mahdi een afstammeling is van Fatimah:

    • Ibn Majah citeerde in zijn boek van Saeed ibn Musayib en Oemm Salama (de vrouw van profeet), dat de profeet (SA) zei:

      الْمَهْدِيُّ مِنْ وَلَدِ فَاطِمَةَ

      (سنن ابن ماجه الحديث رقم 4086)

      Mahdi is een afstammeling van Fatimah.

    • Abu Dawood citeerde in zijn boek van Saeed ibn Musayib en Oemm Salama (de vrouw van profeet), dat de profeet (SA) zei:

      الْمَهْدِيُّ مِنْ عِتْرَتِي مِنْ وَلَدِ فَاطِمَةَ

      (سنن أبي داود الحديث رقم 4284)

      Mahdi is een van mijn familieleden en een afstammeling van Fatimah.

Traditie over de gelijkheid van de naam van Mahdi en de profeet (SA)

Tirmidhi citeert in zijn boek van Abdullah ibn Mas'ud dat de profeet (SA) zei:

لَا تَذْهَبُ الدُّنْيَا حَتَّى يَمْلِكَ الْعَرَبَ رَجُلٌ مِنْ أَهْلِ بَيْتِي يُوَاطِئُ اسْمُهُ اسْمِي

(سنن الترمذي الحديث رقم 2230)

De wereld zal niet worden vernietigd totdat een man uit mijn afstammeling dat zijn naam hetzelfde is als mijn naam, over de Arabieren heerst.

Tirmidhi citeerde nog in zijn boek van Zar en Abdullah bin Mas'ud dat de profeet (SA) zei:

يَلِي رَجُلٌ مِنْ أَهْلِ بَيْتِي يُوَاطِئُ اسْمُهُ اسْمِي

(سنن الترمذي الحديث رقم 2231)

Er zal een man vanuit mijn familie komen, en zijn naam is gelijk aan mijn naam.

Volgens deze tradities is de naam van Mahdi, gelijk aan de heilige naam van Islamitische profeet (SA), "Mohammed".

Andere belangrijke tradities
  • In het boek van Tirmidhi, is vermeld:

    عَنْ أَبِي سَعِيدٍ الْخُدْرِيِّ قَالَ خَشِينَا أَنْ يَكُونَ بَعْدَ نَبِيِّنَا حَدَثٌ فَسَأَلْنَا نَبِيَّ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ فَقَالَ إِنَّ فِي أُمَّتِي الْمَهْدِيَّ يَخْرُجُ يَعِيشُ خَمْسًا أَوْ سَبْعًا أَوْ تِسْعًا زَيْدٌ الشَّاكُّ قَالَ قُلْنَا وَمَا ذَاكَ قَالَ سِنِينَ قَالَ فَيَجِيءُ إِلَيْهِ رَجُلٌ فَيَقُولُ يَا مَهْدِيُّ أَعْطِنِي أَعْطِنِي قَالَ فَيَحْثِي لَهُ فِي ثَوْبِهِ مَا اسْتَطَاعَ أَنْ يَحْمِلَهُ

    (سنن الترمذي الحديث رقم 2232)

    Abu Saeed al-Khudri, een van de beroemdste metgezellen (Sahaba) van profeet, zei: We hadden angst en waren we bang dat na de profeet's leven (SA) er problemen zouden kunnen zijn en hebben we dat aan de profeet zelf gezegd, de profeet (SA) zei: Mahdi zal verschijnen onder mijn volgelingen, die vijf, zeven of negen jaar zal leven. Er is een twijfel over het citaat Zaid's traditie. Van de verteller werd gevraagd: Hoe lang zal hij leven en welke jaren zijn juist? Dan zei de profeet (Sa) dat een persoon naar hem toe is gekomen en hulp had gevraagd en had gezegd: "Oh Mahdi! Geef het aan mij." Hij geeft hem dan ook zoveel goud en zilver dat hij het kan dragen.

  • Moeslim citeerde in zijn boek van Jabir bin Abdullah dat de profeet (SA) zei:

    لَا تَزَالُ طَائِفَةٌ مِنْ أُمَّتِي يُقَاتِلُونَ عَلَى الْحَقِّ ظَاهِرِينَ إِلَى يَوْمِ الْقِيَامَةِ قَالَ فَيَنْزِلُ عِيسَى ابْنُ مَرْيَمَ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ فَيَقُولُ أَمِيرُهُمْ تَعَالَ صَلِّ لَنَا فَيَقُولُ لَا إِنَّ بَعْضَكُمْ عَلَى بَعْضٍ أُمَرَاءُ تَكْرِمَةَ اللَّهِ هَذِهِ الْأُمَّةَ

    (صحيح مسلم الحديث رقم 156)

    Er is altijd een groep in mijn volgelingen die tot de dag des oordeels voor de rechtvaardigheid zullen vechten, dus Jezus de zoon van de heilige Maria zal teugkomen en de emir van gelovigen zegt aan hem: Kom en bid met ons (wees de imam van de mensen). Jezus (AS) antwoordt: Nee, sommigen van jullie regeren over de anderen, omdat God wil deze mensen eren.

Volgens deze laatste traditie, komen we een paar subjecten te weten:

  • Op het moment van de terugkomst van Jezus (AS) is een man uit de moslims verantwoordelijk voor hun zaken.
  • De emir roept Jezus op om de imamaat van de mensen over te nemen. Dit impliceert dus het geloof en de bevoegdheid van deze emir, Dus hoewel in deze traditie, het woord "Mahdi" niet wordt vermeld, maar naar het kenmerk van "Mahdi" en "vroomheid" van deze emir is verwezen.
  • Doordat Jezus (AS) deze emir volgt en de voorgestelde imamaat geweigerd heeft, impliceert de suprematie van de Islamitische emir over Jezus (AS), aderszins is dit niet compatibel met moraal.
  • In deze tradities wordt aan een emir verwezen, en deze emir kan niemand zijn dan Mahdi. Er moet opgemerkt worden dat Jezus in het einde der tijden zal terugkeren om deze verantwoordelijkheid aan Mahdi te geven, omdat Mahdi de vlaggendrager en erfgenaam van Islam is. Hij vervult zijn missie, door de Christenen op de aarde uit te nodigen om Mahdi te volgen en de Islam te accepteren. Het is om deze reden dat hij in de aanwezigheid van mensen, prioriteit geeft aan de imamaat van Mahdi, en zal hem volgen.